Achterin mijn tuin
- het is een grote tuin, verwilderd -
achter een haag van doornig struikgewas
daar ligt Sprookjesland
Soms ga ik daarheen
Je moet kruipen
over de grond
door een opening tussen de doorns
De kabouters, schuw, vluchten als ik aankom
maar na verloop van tijd verschijnen ze weer
en serveren me eikeltjeskoffie. Soms met een koekje
Ik praat met de kikker, die een prins is
We halen herinneringen op
Een heks komt langs om twijgen te verzamelen
voor haar bezem
Ze kijkt naar me
meewarig
maar laat me met rust
Een achtervolging van eekhoorns over de takken van bomen
Ze schelden elkaar de huid vol
Drie feeën en een petemoei picknicken
op het gras
en doen alsof ze me niet zien
Ze vrezen een wens die ze niet kunnen vervullen
Soms vind ik nog iets dat van jou was
Een knuffelbeest
Een pop
Een haarlint
Half vergaan
Ik raap het op en neem het mee naar huis