zaterdag 19 april 2014

Tjoekefoetsie

Over een week zou Frank tien worden. Voor zijn verjaardag had zijn vader op zolder al een modelspoorbaan aangelegd.
"Er is geen trein bij," zei Frank.
"Je bent pas volgende week jarig," antwoordde zijn vader. "Die trein krijg je dan, op zondag."
Dus vermaakte Frank zich met het plaatsen en verplaatsen van de huisjes en en stationnetje, het bebossen en ontbossen van percelen naast het tracé, en het uitzoeken van de beste plek om een mooie vrouw op het spoor vast te binden. Zijn jongere zusje speelde daarin mee, na enig aandringen.
"Toch zou het leuk zijn als ik er al een trein bij had," zei hij.

De intercity van Haarlem naar Uitgeest vertrok keurig om twaalf minuten over vier, met ongeveer het gebruikelijke aantal reizigers. Nog steeds op schema reed hij om tien voor half vijf de Velserspoortunnel in.
De trein kwam de tunnel niet meer uit.

Dit leidde in eerste instantie tot onvrede bij de reizigers die in Beverwijk stonden te wachten, vervolgens tot paniek bij de verkeersleiding en tenslotte verbijstering bij de hulpdiensten die een lege tunnel aantroffen.
De trein leek in het niets te zijn opgegaan.

Het raadsel hield het land en de media bijna een week in zijn ban. Het journaal toonde dagelijks beelden van wanhopige familieleden van vermiste reizigers. Autoriteiten zaten met de handen in het haar, de bevolking morde. De praatprogramma's zaten vol met experts die hun licht op de verdwijning lieten schijnen.

"Laten we niet vergeten dat deze treincombinatie meer dan tweehonderd ton aan hoogwaardig staal bevat," aldus een van de experts. "Mijn hypothese is dat, in navolging van koperdieven, er nu staaldieven actief zijn op onze spoorlijnen."
"Maar hoe kunnen dieven een trein van meer dan tweehonderd ton stelen?" vroeg de presentator. "Het is niet iets wat je even achterin een busje gooit."
"Ik denk dat ze hem in de buurt verstopt hebben, en er telkens een stukje afhalen voor de handel," antwoordde de expert.

"Maar jij had dat treintje toch nog niet?" vroeg de moeder van Frank verbaasd.
Ze was naar zolder gekomen om een glas ranja te brengen en zag een intercitydubbeldekker rondjes rijden op het spoor.
"Nee, deze is niet van mij," antwoordde Frank. "Ik heb hem geleend, voor een week."
"Het is anders wel een mooie," zei de moeder. "En wat een detail erin. Kijk, er zitten zelfs passagiers in. Je zou haast denken dat ze leven - ze lijken wel te bewegen."
"Dat kan toch helemaal niet!" riep Frank uit.
"Nee, zal wel niet," mompelde ze, maar ze keek nog wel een keer om toen ze naar beneden liep.

Een andere expert - een fysicus - opperde dat onze kennis van de natuurwetten nog onvolledig is.
"We hebben de wet van behoud van energie en van behoud van massa, wat hetzelfde is. We hebben de wet van behoud van lading en van impuls. We hebben zelfs wetten voor het behoud van zwakke isospin, en geloof me dat niemand precies begrijpt wat dat is. Een assistent van me heeft het altijd over de wet van behoud van ellende, hoewel ik geloof dat hij dat ludiek bedoelt. Maar er is bij mijn weten geen wet voor behoud van plek. Ik denk dat de trein gewoon naar elders is gegaan."
Een grap over het niet bestaan van een wet van behoud van treinen kostte de presentator zijn baan. Mensen worden erg gespannen als tweehonderd ton staal zomaar verdwijnt (aan het verdwijnen van mensen is men gewend).

Het leger zocht de wijde omgeving af van de plek waar de trein verdween. Er werden vliegtuigen en helicopters ingezet om alles vanuit de lucht te onderzoeken. Seismologen en geologen onderzochten de mogelijkheid dat de trein door de aarde verzwolgen was. De politie behandelde de locatie als "plaats misdrijf" en deed sporenonderzoek, inclusief het ondervragen van de bekende lokale lastpakken. Nog net op tijd werd het plan afgeblazen om melkpakken te voorzien van een foto en de tekst "Hebt u deze trein gezien? Bel dan..."

Onder het motto dat ook mysteries democratisch moesten worden aangepakt en dat Jan-met-de-Pet dus net zulke zinnige inbreng had als 's lands knapste koppen, gingen de reporters ook de straat op en duwden willekeurige voorbijgangers een microfoon onder de neus.
"Ik denk dat ze ontvoerd zijn door buitenaardse wezens," aldus een dame. "Met trein en al. Straks worden ze teruggebracht en zijn er allerlei akelige experimenten op ze gedaan."
Een wat oudere heer brieste: "Volgens mij zit de regering erachter. Ze proberen iets stil te houden. Het is een complot, wat ik je brom!" Op de vraag wat er dan stilgehouden werd antwoordde hij "Dat weet ik natuurlijk niet. Ze zijn daar goed in, dat stilhouden."
Een klein meisje zei: "Ik denk dat mijn broertje hem heeft."

"Ik denk dat het een daad van God is," aldus een geleerde op de zesde dag van de verdwijning. "Dat verklaart natuurlijk niets, maar het is fijn om iemand als verantwoordelijke te kunnen aanwijzen."

Een beroemde goochelaar - zelf noemde hij zich liever magiër - had een andere theorie.
"Dit lijkt sprekend op de magie die ik in mijn shows bedrijf," debiteerde hij. "Op het moment dat het voorwerp even uit het zicht is laat je het verdwijnen. Dan kun je hem later weer uit een neus of zo tevoorschijn halen. Iemand wilde deze trein blijkbaar graag hebben. De vraag is of hij hem ook weer terug wil geven, wanneer, en waar hij dan uit tevoorschijn komt."

De zondag na de verwijning, om ongeveer acht uur 's ochtends, reed de vermiste trein de tunnel weer uit. Het negeerde daarbij een rood sein, wat nog lelijke ongelukken had kunnen geven ware het niet dat de dienstregeling op dat traject was opgeschort hangende het onderzoek. Nu kwamen er slechts een paar ramptoeristen om.

De trein reed het station Beverwijk binnen, waar de reizigers naar buiten wankelden. Sommigen moesten geholpen worden. Allen zagen er moe, vermagerd en verwilderd uit. Velen werden met uitdrogingsverschijnselen in het ziekenhuis opgenomen.

Allemaal weigerden ze te zeggen wat er gebeurd was. Urenlange verhoren door de politie leverden niets op. Niemand wilde de pers te woord staan. Veel van de reizigers deden alsof ze van niets wisten, maar één bracht het zo onder woorden:
"Jullie zouden me toch niet geloven. En als ik het er verder niet over heb hoef ik het ook niet te geloven, en kan ik over een jaar denken dat ik het gedroomd heb. En anders word ik gek."

Het is inmiddels ongeveer een jaar later. Alle aandacht voor het incident is overgewaaid, en hoewel het nog wat speculatieve boeken heeft opgeleverd is het feitelijk nooit opgehelderd.
Franks ouders staan in de winkel om een verjaarskado voor hem uit te zoeken. Zijn vader wijst op een modelvliegveld en vraagt:
"Zou dat iets voor Frank zijn?"


Met dank aan @artbysophia voor het idee.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten