donderdag 26 juli 2018

Buurtbende - Julia

"Het is een tijdmachine." Trots liet Sam zijn uitvinding zien.

We waren ernstig onder de indruk. Niet veel elfjarige kinderen konden een tijdmachine bouwen. Sterker, het zou zelfs de meeste volwassenen niet lukken.
Het ding zag er niet uit als een tijdmachine. Het ontwerp was zowel elegant als functioneel. Luister, ik zal hem beschrijven, zodat ook jij onder de indruk raakt.

Het centrale element van de tijdmachine was een grote, kubusvormige kartonnen doos. Een zijde was zwart geverfd, twee zijden wit, drie rood, en een zijde was beplakt met groen crepepapier. De kleuren hadden een functie (legde Sam uit) maar die ben ik inmiddels vergeten. Door de verf konden we niet zien waarvoor de doos oorspronkelijk gebruikt was. De kartonnen doos vormde de cabine (er zou een klein kind in passen, maar wij niet), en in een van de rode zijden was een opening gesneden zodat je erin kon klimmen (een klein kind, niet wij).
Met ijzerdraad waren aan de tegenoverliggende zijde drie gebruikte conservenblikken bevestigd. Deze vormden de tijdaandrijving. Een van de blikken was gevuld met zout, een tweede met suiker. Het middelste en grootste blik was leeg, maar daar was een breed elastiek overheen gespannen.
In een hoek binnenin de doos (we staken onze hoofden door de opening om te kijken) was een keukenzandloper opgehangen aan een veer die blijkbaar uit een wekker was gesloopt.
Met hopen plakband waren er meer frutsels (vogelveertjes, een muizenschedel, een platte kei en drie kastanjes) op verschillende plekken bevestigd. Kroonkurken vormden een indrukwekkende rij "knoppen". In de doos lag een kussen ("alleen om zacht te kunnen zitten") en een kartonnen buis - waarschijnlijk een lege keukenrol - stak schuin in een van de zijden. "Dat is de noodstop", zei Sam.

Sam had Freddy en mij gevraagd te komen kijken. Freddy omdat hij veel van geschiedenis wist, en mij omdat ik in dezelfde straat woonde. Ook Julia was er, het vier jaar jongere zusje van Sam. Ik vroeg me af waarom zij erbij was, omdat die twee niet veel samen optrokken.

De tijdmachine stond achterin de tuin van het huis van de ouders van Sam en Julia. Het was een diepe tuin. Verschillende bomen tussen huis en tijdmachine onttrokken die aan elkaars zicht.
"Heb je hem al uitgeprobeerd?" vroeg ik.
"Met de kat, ja, maar die kan niet vertellen wat ze gezien heeft", antwoordde Sam. "Ik pas niet in de doos, en ik heb geen grotere."
Rondom ons lagen de restanten van het werk aan de machine, waaronder een aantal grote kartonnen dozen die Sam blijkbaar uitgeprobeerd had. Geen ervan was zo groot als die van de tijdmachine.
"Jammer", klonk Freddy teleurgesteld.
"Maar Julia past wel in de doos", zei Sam. "En zij wil het wel proberen."
Julia knikte aarzelend, alsof ze zich afvroeg waar ze aan begon.
"Waar zullen we de eerste tijdreis heen laten gaan?" vroeg Sam.
"Naar volgende week!" riep ik. Er stonden de komende dagen dingen te gebeuren waar ik tegenop zag, en ik wilde weten hoe het af zou lopen.
"Kan niet. Deze tijdmachine kan alleen naar het verleden. Voor een tijdmachine die naar de toekomst kan, heb ik de spullen niet kunnen krijgen."
"Doe de Middeleeuwen", stelde Freddy voor.
"Ja", beaamde Sam. "Ridders! Heksen! Goed plan."

Met enige overredingskracht werd Julia de cabine van de tijdmachine ingepraat.
Er lag een bergje kiezels. Sam pakte er een handvol van en telde er nauwkeurig een aantal af, die hij een voor een in het middelste blik van de aandrijving liet vallen. "Duizend jaar", mompelde hij. De rest legde hij terug. Met een plechtig gezicht trok hij aan het elastiek over het blik, en liet het met een ‘plonk’ terugschieten.
De tijdmachine verdween, met Julia.

"En nu?" vroeg Freddy.
"Nu wachten we", zei Sam. "De machine komt vanzelf terug na vijftien minuten."
"En als er wat ergs gebeurt? Als ze aangevallen wordt door een heks?" maakte ik me zorgen.
"Dan trekt ze aan de noodhendel en komt de machine onmiddellijk terug", stelde Sam me gerust. "Dan moet ik de machine daarna wel reparen, dus ik heb Julia gevraagd gewoon een kwartier te wachten als er geen gevaar dreigt."
We wachtten een kwartier.

De tijdmachine verscheen. Julia klom eruit. Haar ogen schitterden.
"En?" vroegen we alledrie tegelijk.
"Het huis was weg", zei Julia. "Dit" - ze wees naar de grond - "was een zandpad. Verderop zag ik een dorp."
"En de mensen? Heb je mensen gezien?" vroeg Sam.
Julia schudde haar hoofd. "Maar kijk, ik heb dit." Ze opende haar hand waarin een hoopje zand lag. "Van het pad."

De tijdmachine was duidelijk een groot succes. Sam zou beroemd of rijk worden, of misschien wel allebei. We debatteerden een half uur in de hete zon over de volgende bestemming. Uiteindelijk kozen we voor een idee van Freddy: de laatste ijstijd. We wilden dat Julia een mammoet zag.

Freddy haalde snel zijn lievelingsgeschiedenisboek "Alles Wat Gebeurd Is, En Wanneer" van huis. Al bladerend zocht hij op naar hoe lang geleden de tijdmachine moest reizen.
"Vijftigduizend jaar", mompelde Sam, terwijl hij beduidend meer kiezels in het blik aftelde. Julia was nu zonder aansporing de cabinedoos in gegaan.
Het elastiek zei ‘plonk’ en de machine verdween, met Julia.

Sam en ik lagen op onze rug in het gras te wachten. Er kwamen enkele wolken over drijven die wat respijt gaven van het felle zonlicht. Freddy bladerde in zijn geschiedenisboek, op zoek naar de volgende bestemming.

De tijdmachine verscheen al na vijf minuten. We veerden geschrokken op, maar Julia leek ongedeerd.
"Te koud", verontschuldigde ze zich. Ze had helaas geen mammoet gezien. "Maar kijk, ik heb dit." Ze opende haar hand waarin een plasje water lag. "Dat was daarnet nog sneeuw", zei ze teleurgesteld.

Sam repareerde de tijdmachine terwijl de lucht langzaam maar zeker steeds meer wolken telde. De volgende tijdreis zou de laatste zijn, voor vandaag.
"Dat viel mee", zei Sam tevreden toen hij klaar was met de reparatie. "Waarheen nu?"
Dat hadden Julia, Freddy en ik inmiddels uitgezocht. "Zeventig miljoen jaar geleden", zei Freddy gespannen. "We willen dinosaurussen zien."
Sam floot zachtjes tussen zijn tanden. Hij rommelde een minuut door zijn kiezelstenen voor hij besloot: "Het kan."

Julia zat van opwinding te stuiteren in de doos terwijl Sam met een ernstig gezicht de kiezels aftelde. Hij gebruikte nu een andere maat en kleur stenen. Het blik was bijna vol toen hij klaar was.
"Daar gaat-ie", zei hij terwijl hij het elastiek spande en losliet. ‘Plonk’, en daar ging-ie.

We wachtten. Freddy bladerde in zijn boek en beschreef ons alle dino’s die Julia zou kunnen zien.
"Betasuchus!" riep hij. "Pyroraptor! Rabdodon! De Leipsanosaurus, hoewel niemand een beest met zo'n naam serieus neemt."
"Geen Tyrannosaurus Rex? Velociraptor?" vroeg ik.
"Niet hier", zei Freddy. "Struthiosaurus! Orthomerus! De gepantserde Vectensia!"
"Geen Stegosaurus?" wilde Sam weten.
"Niet toen", zei Freddy.

De lucht betrok nu in een hoog tempo. We zaten op hete kolen - niet alleen wilden we Julia’s belevenissen horen, ook wilden we graag naar binnen voordat de bui werkelijk losbarstte. Freddy beschreef nu het klimaat van zeventig miljoen jaar geleden.
"Warmer dan nu. En erg vochtig. Tropisch of subtropisch", las Freddy voor.
"Lijkt wel wat op het weer hier nu", zei Sam.
Nog maar een paar minuten, nu. We zouden helaas niet droog blijven. De eerste dikke druppels vielen naar beneden. Sommigen raakten een van de rondslingerende kartonnen dozen. Dit gaf een luid ‘tok’ geluid. Na een tijdje begon dat te klinken als het tikken van een klok. Met het verstrijken van de tijd en het heviger worden van de bui liep die klok steeds sneller.

Het kwartier was bijna om. Sam zat gespannen te kijken naar de plek waar de tijdmachine weer zou verschijnen. Freddy sloeg nog een bladzijde om.
"Hee", zei hij. "Hier staat..." Hij stokte.
We keken hem vragend aan.
"Hier staat", herhaalde hij hakkelend, terwijl de bui nu werkelijk losbarstte, "Dat Nederland toen honderd meter onder water stond. Zeventig miljoen jaar geleden was hier een zee."

We bleven wachten terwijl de regen steeds harder op ons neer gutste en de her en der verspreide kartonnen dozen, doorweekt, uit elkaar vielen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten