zaterdag 27 juli 2013

Buurtbende - Jeroen

Anne, Bram, Charlotte, Evelien, Evert, Linda, Lucas, Marc, Marco, Petra, Rosemarie.

Kennen jullie ze nog? Vriendjes, klasgenootjes. Ze zijn er niet meer. Of zijn ze er nooit geweest?

Magisch denken is normaal voor kinderen. Maar wat als magisch denken wérkt?

Ons schoolplein was omheind door een hekwerk. Dit bestond uit metalen rechthoeken, waarin een soort vlechtwerk van dikke metaaldraden zat. Het was laag, ongeveer een meter hoog, je kon er zo overheen klimmen. De waarde was symbolisch: hier houdt de school op en begint de echte wereld. Pas op.

Het vlechtwerk was roestig. Ooit was een van de draden gebroken. Natuurlijk begonnen de kinderen eraan te peuteren, te wrikken. Gezien de roestige staat en het metaalmoeheidinducerende geduld van de kinderen ontbraken er al snel grote stukken draad. Er zat een gat in.

Uiteraard leverde dit ons een flinke preek op van de hoofdmeester. Maar daar gaat dit niet over.

Ik was nogal een dromer. Niet snel genoeg voor tikkertje, niet sterk genoeg voor vechtpartijen, speelde ik meestal in mijn hoofd. Ook in het speelkwartier. Op een mooie dag vroeg ik me af wat er zou gebeuren als ik door het gat in het hek zou gaan. Uiteraard: dan stond ik buiten het schoolplein. Maar was dat dan hetzelfde buiten als wanneer ik eroverheen zou klimmen? Misschien kwam ik wel in een andere wereld terecht!

U ziet: ik las teveel fantasy en science fiction.

In de wereld achter het gat gingen mensen misschien wel naar de maan! Of er waren draken! Daar dacht ik even over na. Nee, liever geen draken. Maar robots die het werk deden? Of dat het er net iets warmer was? (Het was winter.)

Ik was weken zoet met het verzinnen van een wereld achter het gat. Maar op een dag, in een avontuurlijke bui, dook ik erdoor.

En ik kwam in een andere wereld. Zo werk dat, bij kinderen. Oh, hij was niet te onderscheiden van de wereld waar ik vandaan kwam. Ik keek over het hek terug naar het schoolplein. Mijn klasgenootjes waren daar nog steeds aan het spelen. De school stond er gewoon. Het stukje gras en de struiken waar ik nu tussen stond waren hetzelfde gras en dezelfde struiken als daarnet. Maar, nu ik wat beter keek - daar achter die struik, dat konijnenhol... Was dat er daarnet ook? Of had ik het gewoon niet gezien?

Ik maakte er langzaam maar zeker een gewoonte van om in het speelkwartier door het gat te kruipen en me een kwartier lang in een andere wereld te wanen. Een wereld die weliswaar identiek was aan die waaruit ik net kwam, maar voor mij toch anders leek. De wolken zagen er net anders uit. De boombladeren hadden een net andere kleur groen. De mensen die langsfietsten leken net anders...

In de voorjaarsvakantie verflauwde mijn interesse wat - ik kwam immers niet meer op het schoolplein. Maar op de laatste vrijdag van die vakantie, het was mooi weer, ging ik met wat kinderen knikkeren op de knikkerbaan op dat plein. Het zat me niet mee; ik was al snel de meegebrachte knikkers kwijt. Toen het kijken naar de resterende spelers me begon te vervelen slenterde ik het plein rond. Ik stond net bij het stuk hekwerk met het gat erin toen een busje het plein opreed. De mannen die uitstapten joegen de andere kinderen weg, waarbij ze wezen op het standaard "verboden toegang"-bordje bij de ingang.

Ik besloot dat ik dan net zo goed de rest van de middag in de wereld achter het gat kon doorbrengen, en klom door het hek.

Ik was nog nooit zo lang achter het gat geweest, en zwierf nu ook wat verder rond. Ik had de vage hoop dat het verderop duidelijker zou zijn dat ik echt in een andere wereld was. Dat viel tegen. Alles leek hetzelfde. Ja, met mijn fantasie kwam ik een heel eind. Leek dat schuurtje wat meer vervallen? Zat in dat veld niet veel meer onkruid? De waarheid was natuurlijk dat ik nooit zo goed rondkeek. Als er al kleine verschillen waren geweest zouden ze me niet zijn opgevallen. Maar voor mij was het gevoel elders te zijn voldoende, en de details verzon ik er wel bij.

Toen ik het beu was liep ik terug naar het plein. Ik zag net het busje wegrijden. Blijkbaar hadden ze het hek gerepareerd:
Het gat was weg.

Ik raakte volledig in paniek toen dat tot me doordrong. Hoe moest ik nu terug? Ja, over het hek - maar dat was niet hetzelfde. Ik moest door het gat om terug te komen in mijn eigen wereld. Ik rukte, trok en wrikte aan het nieuwe vlechtwerk, natuurlijk zonder succes. Uiteindelijk gaf ik het op en klom jankend óver het hek. Het was zoals ik vreesde. Ik stond op het schoolplein, maar was nog steeds in die andere wereld. Hoe ik dat wist? Alles was immers hetzelfde? (Of nou ja, nagenoeg.)
Ik voelde het zo.

Een paar keer nog klom ik over het hek heen en weer, maar het hielp niet. Verslagen liep ik naar huis, wat niet helemaal mijn huis meer was. Het is me nooit meer gelukt terug te komen.

Sindsdien leef ik in jullie wereld, mensen. Waar ik me nooit helemaal thuis heb leren voelen. Waar ik altijd ontheemd zal zijn. De dingen die net niet kloppen. De mensen die net anders reageren dan ik verwacht. Ik leef teruggetrokken en mijd contact.

Maar hé, er zijn hier mensen naar de maan gegaan!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten