vrijdag 14 februari 2014

Warm

Jafet was de administratie aan het bijwerken - die vermaledijde administratie! - toen zijn assistent opgewonden binnenstormen.
"We hebben het bereikt!" riep hij uit. "Doel getroffen bij de eerste boring!"

Jafet keek de kleine Kartlos verrast aan. Nu al succes? Prachtig, natuurlijk, maar... Onverwacht.

Het project was bedoeld om een energiecentrale te bouwen die warmte, diep in de aarde, om te zetten in electriciteit. Opwekken van energie uit aardwarmte was al een bekend proces, maar vaak moest je diep boren voor relatief weinig warmte. Eerdere onderzoeken hadden echter het vermoeden doen rijzen dat op deze plek uitzonderlijk warme gebieden dicht onder de oppervlakte lagen. Nou ja, wat heet dicht. Het gaat nog wel om enkele kilometers. Toch was het mooi meegenomen, voor een land zonder vulkanisme.

Jafet, de projectleider, volgde zijn assistent over het het terrein naar de plek waar de proefboorinstallatie stond. Het hele complex: de installaties, de verblijven, kantoren, kerkje en ontspanningsverblijven lag een een wijde maar diepe kloof. De omringende bergen van de Grote Kaukasus gaven beschutting tegen pottenkijkers, terwijl de dichtsbijzijnde stad toch maar 30km ver was.

Ze liepen langs de boorinstallatie - die nog steeds werkte onder veel lawaai - de controleruimte in. De technici daar bevestigden het bericht van Kartlos. De boorinstallatie had een hotspot gevonden. Naarmate er meer gegevens binnenstroomden raakte Jafet enthousiaster. De warme laag was flink heet, en werd nog heter bij het dieper komen van de boor. Seismische tests, hoewel gebrekkig, gaven aan de de hotspot groot was.
"Bingo," fluisterde Jafet onder de indruk.

Dit was de inleiding. Het verhaal begint nu.

"Het is nu twee maanden geleden dat we de hotspot hebben aangeboord. Nu al hebben we vijf warmtewisselaars de grond in gedreven. Zelfs als we het hierbij zouden laten zouden we in tien jaar uit de kosten zijn en een significant deel van de energiebehoefte dekken. Maar waarom zouden we het hierbij laten?"
Jafet en Kartlos namen een afzakkertje na een lange, drukke dag. Er was gepoogd om de kantine 's avonds het aanzien van een café te geven. Kaarsjes op tafel en de verlichting laagdraaien waren daarvoor bij lange na niet toereikend, maar de poging werd gewaardeerd.
Verbaasd zag Jafet dat de reactie op zijn enthousiaste toast een zorgelijke blik was.
"Ik weet het niet," zei Kartlos, misschien moeten we even pas op de plaats maken. Wachten tot die vreemde trillingen zijn onderzocht. De technici maken zich zorgen."
Dat was waar. De grote pijpen die de grond in staken tot kilometers onder de oppervlakte trilden. Zachtjes, maar duidelijk. En ze maakten geluid. Soms een krijsend geluid, soms jammerend. Niet luid, maar altijd hoorbaar. Er was geen reden om aan te nemen dat er iets mis was, maar zolang het verschijnsel niet begrepen werd was men voorzichtig.
"De volgende vijf warmtewisselaars moeten volgende maand de grond in," zei Jafet bedachtzaam.
"Ga met de techneuten praten. Vraag wat ze nodig hebben om het te onderzoeken. Misschien kunnen we meetapparatuur mee de grond in boren."

Weer twee maanden later - ieder project kent zijn tegenslagen - was de volgende boring. Een van de warmewisselaars was voorzien van een scala aan instrumenten. Drukmeters en thermometers. Chronometers. Magnetometers. Spectroscopen en oscilloscopen - zo noem je apparaten die trillingen laten zien. Eenvoudige chemische analyseapparatuur. Minder eenvoudige chemische analyseapparatuur. Ronduit geavanceerde chemische anaylseapparatuur. Geurmeters en stemmingsmeters. Microfoons. Geen camera's? Geen camera's. Het is donker onder de grond. Seismometers. Polarisatiefilters. Wat was er te polariseren? Alles bij elkaar was deze apparatuur gevoelig genoeg om leven op Mars te vinden. Zelfs al het er niet was.

De boring ging niet bijzonder routineus. Een groot deel van de technici nu was nieuw. Een van de tegenslagen van het project was dat er veel verloop was onder het personeel dat zich met de installatie zelf bezighield. Het onophoudelijke zachte jammeren van de pijpen had iets dat je de haren overeind deed staan. Het raakte een onbewuste gevoelige snaar. Op de lange duur ging het je op de zenuwen werken, tot je het op een dag niet meer kon verdragen.

Joseph, Jafet en Kartlos keken gespannen toe in de controlekamer. Joseph was psycholoog, aangetrokken om te zien of er iets tegen het personeelsverloop gedaan kon worden. Ook was hij zeer katholiek, en voerde een persoonlijk kruistocht tegen het veelvuldig gevloek bij de technici.

Kilometers pijp krijg je niet in een middagje de grond in. De boring was feitelijk al een week bezig. Vanmiddag zou het juiste punt bereikt worden. Nee, het juiste punt was al bereikt, vijf minuten geleden. De machines vielen langzaam stil. Het geluid dat van buiten kwam, van de pijpen, was iets luider geworden. Ook de nieuwe installaties hadden last van de trillingen.

Op het sein van Jafet werden de nieuwe warmtewisselaars een voor een ingeschakeld. Ze werkten alle. Goedkope, schone energie stroomde het electriciteitsnet in. Felicitaties werden uitgewisseld.
"En leveren de metingen nog wat op?" vroeg Jafet.
"Dat gaan we nu zien," zei de hoofdtechneut. "We zetten de instrumenten nu aan."

Een voor een werden de meetapparaten ingeschakeld. Druk: enorm. Dat was te verwachten. Temperatuur: ruim boven de duizend graden. Toen werden de microfoons ingeschakeld.

Oh mensen. Wat een vreselijk gekrijs! Wat een ongelooflijk wanhopig gejammer! Duizend- nee miljoenstemmig schalde het over de luidsprekers. De aanwezigen vielen zelf jammerend op de grond, rolden zich op, deden hun handen over hun oren of probeerden deze af te rukken. Het was niet het volume, het was de gefolterde aard van het geluid dat het onverdraaglijk maakte. Het duurde slechts luttele seconden voor Joseph voldoende zijn zinnen bij elkaar had geraapt om een snoekduik naar de schakelaar te nemen en het geluid af te snijden - maar het leek een eeuwigheid.

Drie dagen later werden de meetgegevens in klein comité geëvalueerd. Op eigen verzoek was Joseph hierbij. Een aantal van de mensen die aanwezig waren bij het inschakelen hadden een zenuwinzinking gekregen, en Joseph had een idee, zei hij. Maar eerst waren de technici aan het woord.
"Sommige gegevens waren niet verrassend," zeiden ze in koor. "De druk en de temperatuur iets hoger dan verwacht, maar niet veel. De omvang van de hotspot, zoals de seismometers die doorgeven, is echter enorm. Om precies te zijn weten we niet hóe enorm, de grenzen ervan liggen buiten het meetbereik van onze apparatuur."
"De chronometers," mompelden ze, "gaven echter onbruikbare, onzinnige informatie door. Er zou daar beneden geen tijd verstrijken, of oneindig veel tijd. Van wie was het onzinnige idee om chronometers mee te sturen?"
"Van mij," zei Joseph.
"We hebben geprobeerd de chemische en kristallijne structuur van de rots in de hotspot te analyseren," jammerden de technici. "Maar er is daar helemaal geen rots! Geen silicaten! Het is..."
"Een poel van vloeibare zwavel," viel Joseph in.
De technici waren verbaasd. "Hoe weet u dat?"
"Een gokje," zei Joseph. "Eens kijken wat we hebben. Een enorm hete plek van onbekende maar mogelijk onbegrense afmetingen. Er verstrijkt geen of oneindig veel tijd - wat beide een andere manier is om 'eeuwig' te omschrijven. Kokendhete zwavel. En, natuurlijk, het geluid als het gekrijs en gejammer van ontelbare gefolterde zielen...
Heren, u hebt de Hel aangeboord."

Als de mens een verstandig wezen was, zou het verhaal hier ophouden, zou de energiecentrale worden opgedoekt. Maar de mens is geen verstandig wezen, wat maar weer blijkt uit het feit dat hij in de Hel gelooft.

Uiteraard werd Josephs bewering met scepsis ontvangen. Sommigen gingen zelfs zo ver hem uit te lachen. Maar alles wat werd ondernomen om de stelling te ontkrachten voerde alleen maar meer bewijs aan. Toen hooggeleerde theologen en hooggeplaatste prelaten bij het onderzoek werden ingeschakeld wisten de sceptici dat ze een verloren strijd streden. Uiteindelijk erkende de paus - met een zweem van triomf - dat ja, de hel was ontdekt. Dit was tot ongenoegen van de orthodoxe patriarch van het land, die het maar niets vond dat de hel onder zijn land was gesitueerd.

Jullie weten hoe het verder ging.

Talloze observatoria gingen op zoek naar de hemel. Tot dusverre zonder succes, wat ruimtevaartorganisaties er niet van weerhouden heeft om alvast plannen te maken voor expedities.

Maar de Hel? Wat doet de mens als hij gratis onbeperkte energie kan krijgen? Juist. De hele kloof werd volgebouwd met zuilen om de energie af te tappen. Momenteel voorziet het in de energiebehoefte van anderhalf continent. De prijs hiervoor is dat de kloof en de wijde omgeving nu alleen nog betreden kan worden met oordopjes in. De wetenschap dat het jammerende geluid écht geweeklaag was, dat het krijsen écht van pijn was, maakte het nog onverdraaglijker. Daarom treffen we Jafet en zijn assistent nu aan in een kantorencomplex op ruime afstand. Er hoeft bijna geen werk meer te worden verricht aan de installatie, maar het papierwerk blijft er natuurlijk altijd.
Zo heeft Kartlos zojuist de post gebracht. "Slechts één brief vandaag, chef. Een rekening."
"Hm..." zegt Jafet. "Ik ben me niet bewust van recente aankopen. En de vaste rekeningen zijn al betaald. Eens kijken..."
Hij maakt de brief open en werpt er een vluchtige blik op. Dan een iets minder vluchtige. Hij wordt asgrauw, zijn ogen draaien naar boven, hij zegt "Uch" en valt flauw.
Geschrokken loopt Kartlos om het bureau heen om te hulp te schieten. Als hij zich over Jafet heen buigt vangt hij een zweem zwavelgeur op. Dan valt zijn blik op de rekening die Jafet heeft laten vallen, en leest.
"Geachte klant, Wij verheugen ons in uw klandizie en kijken uit naar een langdurige en vruchtbare relatie. U kunt rekenen op onze eeuwige service en warmte. Aangezien u geen contact hebt opgenomen over de afrekening ga ik ervan uit dat u bekend bent en akkoord gaat met onze traditionele prijs. Ik verwacht dat u en uw medewerkers deze persoonlijk voldoen. Onze betaaltermijn is feitelijk al verstreken dus we zullen het verschuldigde morgen incasseren. Met vriendelijke groet,"
Kartlos durft niet naar de ondertekening te kijken.


Dit verhaaltje vertelde ik in november op Twitter. Ik was blijkbaar vergeten hem hier te plaatsen.
Dat merkte ik toen ik vandaag deze aflevering van xkcd tegenkwam...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten