zondag 30 juni 2013

Buurtbende - Anne

Ik was laatst bij John op bezoek. Voor het eerst in - wat zal het zijn? - vijfendertig jaar of zo. John was de oudere broer van de tweeling, die ik wel eens genoemd heb. Ik zeg wel laatst, maar het was eigenlijk vorige zomer. Toen ze nog echte zomers hadden, weet je wel.

Maar goed. Ik ging dus bij hem langs. Ik was, voor andere dingen, in de buurt van mijn geboortedorp, waar hij nog steeds woont. Hij woont zelfs nog in zijn ouderlijk huis. Dat is nu zijn huis, zijn ouders zijn inmiddels overleden. Het was een leuke avond. Natuurlijk in het begin nogal onwennig na elkaar zolang niet gezien te hebben.

En wat heb je na al die tijd nog gemeen?

Jeugdherinneringen natuurlijk. Die werden uitgebreid opgehaald onder het genot van wijn (voor mij) en pils (voor John).

En onder de muurschildering.

Had ik als verteld dat John schilder is? Net zoals zijn vader, zijn opa, en weet ik veel hoeveel generaties daarvoor.

Terzijde: het was John's opa die ons regelmatig betrapte en wegjoeg als we fikkie aan het stoken waren. De Kuil was vlak naast zijn huis.

Schilders dus. Huisschilders, maar als iemand met verf en kwast kan omgaan en een beetje creatief is kan hij ook schilderingen maken. Een van John's voorouders, misschien zijn overgrootvader, had een muurschildering gemaakt in zijn huis, waar nu John woonde. Een nogal typische schildering. Een groen veld, ietwat heuvelachtig, groepen bomen een beetje op de achtergrond en daartussen groepjes mensen. Dat alles onder een donkere, dreigende lucht vol onweerswolken. De mensen in de schildering stonden te ver weg om hun gezichten te kunnen onderscheiden. Wel zag je dat ze allemaal dezelfde kant op keken. In de richting van de "camera". Naar de kijker. Het zag er best ongemakkelijk uit. Sinister.

Maar goed. Herinneringen ophalen onder het toeziend oog van die muurschildering. En uiteindelijk ging het ook over de muurschildering. En over Anne.

Anne was de zus van John, twee jaar ouder. Tegenwoordig zouden we haar licht verstandelijk beperkt noemen; toen wisten we alleen dat ze naar een speciale school ging voor kinderen die moeilijk konden leren. Ach ja, Anne.

"Niet iedereen vindt die schildering mooi," zei John, en in stilte gaf ik niet iedereen gelijk. John vervolgde:

"Mijn opa heeft hem een keer overgeschilderd. Dat werkte niet. Het duurde een paar maanden, maar langzaam maar zeker kwam het terug. Het kwam gewoon door de laag verf heen die eroverheen gesmeerd was. Later heeft mijn vader het ook eens geprobeerd met hetzelfde resultaat. Het leek erop dat er iets in de verf van de schildering zat dat het zich altijd naar de oppervlakte liet vreten."

John pauzeerde. "Hij wilde hem onderschilderen omdat Anne er bang voor was." Hierna was het een tijdje stil.

Er werd destijds niet veel gesproken over de verdwijning van Anne. Althans niet waar de kinderen bij waren. Dit was in de tijd dat pedofielen nog kinderlokkers heetten, en dat het enige wat ze deden was dat ze je meenamen zodat je nooit meer thuis kwam.

John had ook nooit meer over Anne gesproken. Blijkbaar kon hij dat nu weer wel.

"Ja, Anne was bang voor die muurschildering," zei John weemoedig. "De malle meid. Ze zei dat de mensen erin naar haar keken, en haar riepen. Dat ze riepen dat ze naar hen toe moest komen. Ze was bang dat ze een keer daarheen zou gaan, dat ze inderdaad de schildering in zou lopen."

John grinnikte. "Volslagen onzin natuurlijk, maar ja, je weet hoe Anne was. Om van het gezeur af te zijn probeerde mijn vader het over te schilderen. Hij wist dat het mijn opa niet gelukt was, dus hij gebruikte speciale verf, die ze ook wel gebruiken om verkeerssymbolen op het wegdek te schilderen. Onverwoestbaar en dekt ongelooflijk goed. Toch... Het duurde ruim een half jaar, klopt, maar toen stond de schildering er weer. Mijn pa gaf het op. Hij overwoog nog wel om er een wandtapijt overheen te hangen, maar daar is de schildering te groot voor. Anne - die het in al die maanden langzaam had zien terugkomen - was in alle staten en kreeg medicijnen om te kunnen slapen."

John keek bedroefd nu. "We hoorden later pas dat slaapwandelen een van de bijwerkingen was, anders hadden we wel beter opgelet. Op een ochtend was haar bed leeg. We hebben haar nooit meer teruggezien, weten niet waarheen ze ging of wie haar heeft meegenomen."

Er viel een stilte. John stond op om bij te schenken en bleef met het glas in de hand voor de schildering staan.

"Mijn oma is het nooit meer te boven gekomen," vervolgde hij. "Mijn ouders hebben haar laten opnemen. Ze draaide helemaal door. Ze dacht," John grinnikte. "Ze dacht dat Anne inderdaad het schilderij was ingelopen. Ze zei dat er een extra figuurtje in stond."

Hij wees een klein poppetje in de achtergrond aan. "Kijk, dat was Anne, volgens oma."

Ik keek. Had ik al gezegd dat de mensfiguurtjes te ver weg stonden om gezichten te kunnen zien? Ik herkende Anne niet. Wel zag ik dat het figuurtje rood haar had. Net als Anne, en net als John en de tweeling trouwens.

John liep naar de stereo, die op beschaafd niveau goeie-oude-tijdmuziek afspeelde, en zette hem uit. "Luister eens..." zei hij. "Oma zei dat ze Anne kon horen. Dat ze riep, heel zachtjes want van ver, dat we haar moesten komen halen. En dat ze wanhopig op de muur klopte om onze aandacht te trekken."

Ik luisterde. En inderdaad, ik hoorde wel iets. Een heel zacht, tikkend geluid. Een heel zacht suizen, dat je met wat moeite kon houden voor een stem, verwaaid door de wind.

John stond met een grijns naar me te kijken. "Eng?" vroeg hij.

"Nou..." aarzelde ik, "met wat fantasie... Na jouw verhaal had ik even echt het idee dat ik iemand 'help!' hoorde roepen."

John had schik. "Dat jaagt iedereen de stuipen op het lijf. Net zoals oma bij zichzelf deed, helaas. Het zijn gewoon de verwarmingsbuizen die je hoort. Het suizen van het stromende water, het tikken van de opwarmen en afkoelen. Ik heb al eens een monteur ernaar laten kijken, maar die kon er niets tegen doen."

Ondanks mezelf was ik opgelucht. Ik had me teveel laten meeslepen door het verhaal van John. Toch stak me nog iets, zat iets me dwars.

"Zeg John," zei ik. "Dat geluid komt uit de verwarmingsbuizen zeg je?

Maar... Het is augustus..."


Met dank aan @leinmarjob

Geen opmerkingen:

Een reactie posten