donderdag 2 mei 2013

Buurtbende - Rosemarie

Rosemarie was het zusje van Jonathan. Hij was een klasgenootje, zij veel jonger. Een kleuter, vier of vijf.

Jonathan - we noemden hem meestal Jon - was dol op zijn kleine zusje. Uiteraard was er het gebruikelijke geklaag en geplaag, maar hij liep met haar weg. Hij had bij iemand een klein rozenstruikje geregeld en die in hun tuin geplant, voor haar.

Omdat ze Rosemarie heette.

Waar was ik.

Rosemarie... Haar noemden we meestal Roos, trouwens. Als kleuter had Roos de gebruikelijke kleuterangsten. Met name 's avonds, als ze moest slapen. Bang voor monsters. Nee, bang voor schaduwen, vooral.

Jon vertelde dat ze vaak met het licht aan sliep, omdat ze bang was voor de schaduwen. Panisch werd ze als het licht uitging als ze nog wakker was, of als ze wakker werd 's nachts en het licht was al gedoofd.

Let wel: ze was niet bang voor het donker. Ze was bang voor schaduwen. Er was echter geen lichtbron op haar kamer die schaduwen kon werpen.

Ik heb wel eens gevraagd (Jon nam haar wel eens mee) wat voor schaduwen. "Een boom," zei ze dan. Een boom waarvan de bladeren bewogen in de wind. Er stond geen boom bij hun huis.

"Een hoofd," zei ze ook. Een hoofd met gaten als ogen en een gat als mond.

"Een gat," zei ze. Hoe kan een gat een schaduw werpen?

Enfin. Bang was ze, voor die schaduwen. Ik beging ooit de fout om haar te vragen waar ze dan precies bang voor was. Een schaduw kan toch niets doen? Ik hoopte haar zo gerust te stellen. Te laten zien dat ze nergens bang voor hoefde zijn. Stom stom. Wist ik veel.

"Ik ben bang dat die schaduw op me valt," zei ze. "Dat die schaduw me donker maakt. Wegmaakt."

Ze leek nog banger nadat ze dat onder woorden had gebracht. Maar het was een kleuter hè. Alleen bang tegen bedtijd, of als we het erover hadden.

Op een dag kwam Jonathan met het verhaal dat Rosemarie iets nieuws had. Nu zat er een monster onder haar bed. Vreemd genoeg leek ze dat wel leuk te vinden. Volgens Jon deed ze een stuk minder angstig tegen bedtijd. Ons leek een monster veel enger dan schaduwen. Nou ja.

Op een dag...

Wacht. Hiervoor heb ik eerst nog een glas nodig. Sorry.

Op een dag suggereerde ik Jon dat hij zijn zusje kon helpen door het monster onder het bed weg te jagen. Veel misbaar maken, dreigen, roepen, handenwapperen... De hele santenkraam.

God, waar heb ik daar een spijt van gehad.

Jon vond het een goed idee. In eerste instantie. Hij verdreef het monster vakkundig.

Rosemarie was in alle staten, echter. Ze beweerde dat het monster de schaduwen weghield. Nu het monster weg was kwamen de schaduwen terug.

Oeps.

Jon vond het opeens niet meer zo'n goed idee. En gaf mij de schuld dat Roos weer banger was.

Weten jullie zeker dat jullie dit willen horen?

Een week of wat later was er een stroomstoring. Het hele dorp was 's nachts in het donker gehuld. We hoorden later van Jonathan dat ze nog wel twee kaarsen hadden geplaatst op Rosemaries kamer. Anders wilde ze absoluut niet gaan slapen.

Die kaarsen waren 's ochtends nauwelijks opgebrand. Alsof ze al snel waren uitgewaaid.

Of uitgeblazen.

Rosemarie lag niet in haar bedje. Haar beddengoed lag gewoon op z'n plek, niet teruggeslagen alsof ze eruit gestapt of eruit gehaald was. Maar ze was weg. En kwam nooit meer boven water. Er zat een donkere verkleuring in het laken waar ze gelegen had. Als een schaduw.

Het rozenstruikje is in die ene nacht volledig verdord.

Sluit even de ogen, en wees even stil. Denk aan Roos.

Wat ik nog vergat:

Een paar weken later verscheen op mijn slaapkamermuur de schaduw van een boom, met bladeren bewegend als in de wind. Ook voor ons huis stond geen boom. Gelukkig zijn we kort daarop verhuisd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten