donderdag 4 februari 2016

Eendje

Het miezerde buiten, wat de schemering extra grauw maakte.

Lydia maakte de afwas af en zette koffie.

Iets ineengedoken, met de mok in haar handen, staarde ze voor zich uit tot het echt donker was. De mok, halfvol met koude koffie, werd op tafel gezet, de gordijnen werden gesloten. Enkele lampen deed ze aan. Echt licht maakte ze het al jaren niet meer in huis.

Op haar ronde langs de lampen kwam ze bij de piano, waarvan de bestofte klep al lang niet meer open was geweest. Erop stond de foto van haar zoontje. Joeri, een blozend blond ventje van nog geen jaar. De foto begon al een beetje te vergelen. Lydia staarde er even naar, zuchtte, haalde een glas en een fles uit de keuken en ging achter haar PC zitten. Het eerste glas werd gevuld en geleegd terwijl de computer opstartte. Het zachte zoemen van het ding benadrukte de drukkende stilte in het huis.

Plichtmatig opende ze haar mail. Niet dat ze die verwachtte: vrienden had ze de afgelopen vijf jaar verloren. Stefan had nooit meer iets van zich laten horen sinds hij haar had verlaten, twee maanden na de dood van Joeri. Het checken van de mail was een ritueel, een excuus om de computer aan te zetten. Eigenlijk gebruikte Lydia hem nog maar voor één ding.

Met een gevoel van schaamte opende ze de browser en laadde de pagina met onafgeschermde webcams uit haar favorietenlijst.

Ze betreurde het nog iedere dag dat ze geen video-opnamen had van Joeri, dat ze hem niet kon zien bewegen, horen lachen. Foto's had ze wel, maar die waren stil, koud, doods. Zo stil en koud als Joeri was toen ze die zomerdag weer de tuin inliep en hij voorover in het zwembadje lag.

Lydia sloeg de webcams op openbare ruimten over, net als die in winkels, restaurants, bedrijven. Ze klikte door naar 'Homes'. Nog altijd vroeg ze zich af wat mensen bezielde om een webcam in de keuken, wc of slaapkamer te monteren. Die in kinderkamers begreep ze wel - het was beter dan een babyfoon. En het was haar verslaving.

Ze dronk haar tweede glas terwijl ze langs de camera's in babykamers begon te klikken. De fles was leeg toen Lydia eindelijk vond waar ze naar op zoek was. Het scherm toonde een zonnige kinderkamer, vermoedelijk ergens in Amerika. Jammer genoeg was de moeder er ook - liever was Lydia alleen met het kindje. Dan had ze even het gevoel dat het van haar was. Maar dit jochie leek erg op Joeri, zelfde blonde haartje en blozend koppie, dus ze nam de aanwezigheid van de moeder op de koop toe.

Het ventje werd net in zijn blauwe babybadje gezet. Hij kraaide (Lydia zette het geluid wat harder) en spetterde en sloeg met de handjes op het water; daarna zat hij een tijdje ernstig met zijn plassertje te spelen. Lydia glimlachte. De blijkbaar nogal preutse moeder trachtte het kind af te leiden met een geel badeendje, wat hij helemaal negeerde. Daar moest Lydia hardop om lachen - een geluid waar ze zelf van schrok. De moeder keek op. Even dacht Lydia dat zij haar gelach opgevangen had, maar dat kon niet. Toen hoorde ze door de luidsprekers in de verte de deurbel gaan. De moeder aarzelde.
"Toe maar," prevelde Lydia begerig, "ik pas wel op hem."

De moeder nam een besluit, drukte het ventje de badeend in de handen en ging de kamer uit. Het jochie keek haar verbaasd na en besloot toen dat het eendje nu wel leuk was. Het werd flink op het water geslagen en af en toe ondergeduwd. Het knulletje had pret voor tien en Lydia genoot met volle teugen en waterige ogen. Toen vloog het eendje over de rand van het badje. Beteuterd keek de jongen het eendje na, probeerde toen overeind te krabbelen om te zien waar het gebleven was.
"Doe nou niet, knul," mompelde Lydia, "straks val je..."

Het jochie viel niet, maar gleed wel onderuit, en maakte daarbij een rare draai. Hij kwam languit in het water terecht, met de armpjes langszij het lichaam en het gezicht omlaag. In een reflex sprong Lydia overeind om naar de kinderkamer te rennen. Dan besefte ze weer dat die zich aan de andere kant van de wereld bevond.
Ze liet zich langzaam weer op haar stoel zakken. Ze kon niets doen. Ze kon er niet heen. Ze kon niet alarmeren: het geluid van de webcam werkte maar een kant op. Ze kon niemand erheen sturen want ze wist niet waar het was. Het jochie spartelde, schopte, maar was niet in staat overeind te komen. Ze kon helemaal niet op hem passen - net zoals ze dat toen niet kon. Bleek van afgrijzen en onmacht zag Lydia het gespartel zwakker worden. Uiteindelijk hield het op.

Leeg en dof zat Lydia naar het scherm te staren en zag alleen Joeri drijven. Ze was te apathisch zelfs om het beeld te sluiten toen de moeder weer binnen kwam.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten